‘Veel meisjes kon het niets schelen dat ze gekke kleren moesten dragen die je het spelen beletten. Dat ze later hun hele leven het domste en saaiste werk zouden moeten doen in een huis, als ze wilden trouwen. Mij wel. Wat had God tegen mij dat hij mij niet “toevallig” aan de goede kant had laten terechtkomen, zoals die veertig moffenjongens in de garage?’
Welkom in de wereld van de Nederlandse sixties-schrijver Andreas Burnier, die ondanks haar vooruitstrevende, nog altijd hyperactuele werk over identiteit en seksualiteit in de vergetelheid is geraakt. Burnier schreef over die onderwerpen op een manier die nu bekend klinkt, maar destijds nog zeer controversieel werd gevonden – en grote impact had. Jongensuren, de theaterbewerking van Burniers werk, ademt de tijdgeest, de dubbele moraal van de naoorlogse periode, en de vrijheidsdrang van een jonge vrouw in een wereld waarin ‘afwijkingen’ worden afgekeurd.