Wildbloei is een overweldigende voorstelling die je meesleept in de wereld van vooroordelen en stereotypes rondom de 'hysterische' vrouw. Valentina Tóth, bekroond met zowel de jury- als publieksprijs tijdens het Amsterdams Kleinkunst Festival 2022 en uitgeroepen tot hét Comedy Talent van 2023 door de Volkskrant, toont met haar avondvullende debuutvoorstelling een ongekende podiumkracht. Haar energielevel blijft gedurende de hele voorstelling op niveau honderd-en-tien, waardoor ze bijna het podium lijkt af te knallen en je je als toeschouwer afvraagt hoe ze dit morgenavond gewoon nog een keer zal doen.
Door middel van zeven verschillende vrouwen, zowel bestaand als fictief, belicht Tóth de stereotypen en vooroordelen die aan vrouwen worden toegeschreven wanneer ze als 'hysterisch' worden bestempeld. Het is een verkenning van de clichés die in onze samenleving heersen, waarbij Tóth lijkt te willen laten zien dat hysterie vaak slechts een label is voor vrouwen die zich buiten het patriarchale verwachtingspatroon begeven. Ooit van een hysterische man gehoord? Nee, hysterie is een concept gelinkt aan het vrouwzijn en dan altijd met een negatieve noot. In haar typetjes zien we vrouwen die op verschillende manieren uitbundig en extra zijn. In eerste instantie wellicht tenenkrommend, maar gaandeweg besef je dat Tóth hiermee juist beoogt te provoceren en de absurditeit van de stereotype beeldvorming aan de kaak te willen stellen.
Tóth's krachtige stem en overtuigende theatrale présence maken haar tot de ideale belichaming van de hysterische vrouw. Maar waar staat zij zelf in dit spectrum van hysterie? Uiteindelijk wordt duidelijk dat juist het ontbreken van de hysterie de reden voor haar ode is. Een ode aan de hysterische vrouw door een vrouw die van zichzelf meer hysterisch had moeten zijn. Met haar bruisende energie en grensverleggende theatraliteit bewijst Valentina Tóth zich als een ware kameleon op het podium, die de toeschouwer weet te raken en te verrijken met haar boodschap van authenticiteit en zelfacceptatie.
Auteur: Noa de Keijser
Foto: Anne van Zantwijk