Puccini’s wereldberoemde opera Madama Butterfly weet met haar zeer bekende aria’s al meer dan een eeuw lang generaties operabezoekers te boeien. Maar wat vertelt dit muzikale meesterwerk, dat zich afspeelt in Japan, ons eigenlijk?
Na het overweldigende succes van De Bananengeneratie is het voor regisseur Char Li Chung tijd om een nieuwe stap te zetten in de Aziatische representatie in het Nederlandse theater. Met Madame Butterfly brengt hij een radicale en eigentijdse theaterbewerking van de oorspronkelijk Italiaanse opera.
Madama Butterfly door Puccini
Madama Butterfly vertelt het liefdesverhaal van de Japanse geisha Cio-Cio-San, bijgenaamd Butterfly. Tot over haar oren verliefd trouwt ze met een Amerikaanse marineofficier, die direct na hun huwelijk terugkeert naar zijn geboorteland. Butterfly blijft verlaten achter in verwachting van hun zoon. Na drie jaar keert haar geliefde terug, maar niet voor de hereniging waar Cio-Cio-San op heeft gewacht.
Het perspectief van de Aziatische vrouw
Madama Butterfly werd voor het eerst opgevoerd in 1904 en baseert zich op een duidelijk 19e-eeuwse westerse visie op de Aziatische vrouw, met alle vooroordelen die daarbij hoorden. Vooroordelen die ook vandaag nog steeds in de Nederlandse samenleving aanwezig zijn. Met zijn radicale bewerking breekt regisseur Char Li Chung met het originele verhaal. In Madame Butterfly komt Cio-Cio-San (Cystine Carreon, bekend van o.a. Gooische Vrouwen en Miss Saigon) eindelijk zelf aan het woord. Niet langer staat het oriëntalistische mannelijke perspectief centraal, maar krijgt de hoofdpersoon zeggenschap over haar eigen verhaal. En dat werd hoog tijd