De oude pianostemmer Jacobus Kromm leidt een teruggetrokken bestaan. Hij worstelt met zijn geweten over de verzameling piano’s en vleugels die hij (nog) in bezit heeft. Ontelbaar veel instrumenten heeft de pianostemmer in de loop van de jaren in bewaring gehad, gekocht, gerestaureerd, verhuurd en doorverkocht. Om de een of andere reden heeft hij van deze piano’s nooit afstand kunnen doen. Over de herkomst zwijgt hij liever. Als de avond valt, laat Kromm zijn vingers over de toetsen glijden. Steeds vaker duiken er verhalen van vroeger op in zijn verwarde hoofd, steeds vaker hoort hij dissonanten. De pianostemmen keren zich gaandeweg tegen de oude man. Immers gestolen goed gedijt niet. Ze vertellen als stille getuigen het verhaal over hun rechtmatige eigenaren. Het onzegbare wordt gegoten in een nieuwe compositie voor close-harmony voor meerdere klavieren.
Tweede Wereldoorlog
Pianostemmen gaat over het verleden van systematische roof van (voornamelijk) Joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is een onderbelicht verhaal over een onrecht dat nog steeds voortduurt. Oude vleugels en piano’s vertellen het verhaal hoe Joodse inwoners in diverse Nederlandse steden uit hun huizen werden gehaald, en hoe hun huizen vervolgens werden leeggeroofd door schattenjagers als Abraham Puls.
Klemens Patijn over Pianostemmen: "Als acteur en theatermaker ben ik gefascineerd door zwijgen. Ik ben een kind van een Indische vader en grootouders die de oorlog hebben meegemaakt. Zij hebben het zwijgen daarover tot kunst verheven. Ik weet hoeveel kleuren zwijgen kan aannemen, hoeveel pijn en onvermogen er achter stilte schuil kan gaan. Maar ik weet ook dat verzwegen verhalen, in welke vorm dan ook, terug blijven komen. Ze willen verteld worden. Ik heb sterk het idee dat ik over het onderwerp van PIANOSTEMMEN niet langer zwijgen mag."