In Nina Bobo: Siepa volgen we een twintiger die met een backpack op haar rug en een laptop in haar hand voor het eerst het land bezoekt waar haar familie generaties lang heeft gewoond, eerder durfde ze niet. Het is het land waarover niet mag worden gesproken aan de eettafel, omdat dit land de bron is van de diepgewortelde pijn van haar vader. Op Java licht ze elke stoeptegel op, elk archief pluist ze uit, op zoek naar sporen van haar Javaanse voormoeder Siepa, in de hoop om de pijn van haar vader te kunnen begrijpen.
De persoonlijke reis van ons hoofdpersonage wordt verweven met het verhaal van een Javaanse vrouw en haar zoektocht naar onafhankelijkheid in de 19e eeuw. Het verhaal van de eigenzinnige Siepa die moet werken voor een Nederlandse soldaat en er alles aan doet om hem het leven zuur te maken. Tot de dag dat ze zwanger van hem wordt.
In de voorstelling krijgen we inzicht in hoe de duistere geschiedenis van Nederlands-Indië vandaag de dag doorleeft in haar nakomelingen, maar het wordt vooral het nog weinig vertelde oorsprongsverhaal van de Indische Nederlander.