In de afgelopen twee jaar zijn er veel gezinnen in financiële moeilijkheden geraakt, familiaire spanningen zijn opgelopen. Het geweld, de woede en de sociale afstand zijn gegroeid.
Een gewone familie zit vast in een huis. Geen groot huis, gewoon. Een familie zoals zovelen, misschien niet veel geld, gewoon zeg maar. Ze hebben allemaal ruimte nodig, alleen. Hoe definieer je die eigen ruimte? Waar houdt onze gemeenschappelijkheid op? Wie is deze gewone familie? En hoe kun je de ander redden als je niet eens jezelf kunt redden?
Hebben we nog hoop? Voor Il disperato (De wanhopige) onderzoekt Wunderbaum hoe iemand tot een wanhoopsdaad komt. De vraagt dringt zich op: wanneer noemen we iets een monsterlijke daad? De Franse toneelschrijver François Mauriac zegt: Wat is dat, een monster? Ik probeer figuren te beschrijven waarin het sublieme en het walgelijke, de laagste impulsen en de hoogste doelen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dat zijn mijn monsters.