Van halverwege de dertig tot begin negentig: de vier choreografen in Generation Dance variëren flink in leeftijd, maar wat hen bindt is dat ze, ieder op heel eigen wijze, de kracht van dans uitbundig vieren. De jongste, rijzende ster Rena Butler, maakt in dit programma haar Nederlandse debuut, in combinatie met twee recente hitproducties van Ted Brandsen en William Forsythe en een ‘alltime favourite’ van Hans van Manen.
Nederlands debuut van Rena Butler
De Amerikaanse Rena Butler is niet alleen een opvallend atletische en explosieve danseres –“she eats up space”, aldus een recensent maar geldt tevens als een grote choreografische belofte. Hoewel afkomstig uit het moderne danscircuit, heeft ze inmiddels ook haar eerste werken voor balletgezelschappen gemaakt, waaronder een heel aardse, virtuoze spitzenchoreografie voor The National.
Van heerlijk loom tot sprankelend uptempo
Naast Butlers nieuwe creatie bevat Generation Dance twee lovend ontvangen premières uit de afgelopen balletseizoenen. In zijn swingende Blake Works I maakt William Forsythe op aanstekelijke wijze zeven nummers van singer-songwriter James Blake ‘zichtbaar’. Overeenkomstig de songs varieert Forsythe met tempi en sferen, variërend van heerlijk loom tot sprankelend uptempo. Ook Ted Brandsen koos met zijn Classical Symphony voor een muziekballet pur sang. De voortstuwende kracht van Prokofjevs Symfonie nr. 1 inspireerde hem tot een opwindende ode aan de mannelijke danser, met een bruisend scala aan hoge sprongen en spetterend draaiwerk.
Van Manen: wonderschoon en tijdloos
De ‘godfather’ van de Nederlandse dans, Hans van Manen, besluit deze Generation Dance met zijn eigentijdse klassieker Four Schumann Pieces. Dit wonderschone, tijdloze ballet op Schumanns Strijkkwartet nr. 3 is niet alleen Van Manens meest romantische, maar wereldwijd ook een van zijn meest uitgevoerde werken. Beroemde dansers als Anthony Dowell, Rudolf Nureyev en Han Ebbelaar namen de uitdagende hoofdrol eerder voor hun rekening.