Recensie Silo 8

08-06-2024

VERWACHT MAGISCH EN VERRASSEND ‘THEATERGEWELD’ EN EEN VERHAAL DAT ONNADRUKKELIJK TOCH EEN MOOIE BOODSCHAP HEEFT.

Silo 8, de bejubelde voorstelling van theatergezelschap Vis à Vis, is terug voor een nieuwe ronde. Na het overweldigende succes van de vorige editie, waarbij meer dan 50.000 bezoekers werden getrokken, zijn de verwachtingen hooggespannen. En ze stellen niet teleur. Het begint: aan de ene kant van de speelarena komt een auto met veel toeters en bellen aanrijden, maar dan uit je ooghoek, wat komt daar nou uit de lucht aanvliegen? Verwacht magisch en verrassend ‘theatergeweld’ en een verhaal dat onnadrukkelijk toch een mooie boodschap heeft.

De speelarena van Vis à Vis, gesitueerd op het Almeerderstrand in Almere, vraagt om grof geschut en dat krijg je als bezoeker in de vorm van ‘theatergeweld’. Van tevoren moet je alleen weten dat alles wat je ziet kan omvallen, ontploffen of op een bepaalde manier de lucht in of uit kan. Dit geldt ook voor de spelers. Het muziektheaterstuk neemt ons mee naar het jaar 2060, een tijd waarin Nederland worstelt met de uitdagingen van een vergrijzende bevolking. Maar geen zorgen, het concept van de Silo biedt hoop.

‘Leven in herinneringen is geen leven’. Het mantra van Dr. Wolff, op excentrieke wijze gespeeld door Kim Zeevalk, blijft gedurende de hele voorstelling hangen. Dit thema krijgt diepgang wanneer Urmie Plein en Gerold Guthman de scène betreden als meneer en mevrouw Pengel. Hun interactie binnen de Silo roept vragen op over de waarde en de beperking van herinneringen. Het stuk nodigt uit tot reflectie: Wat betekenen herinneringen echt? Zijn ze zo beperkend als Dr. Wolff beweert?

Silo 8 combineert grootschalige theatrale effecten met intieme, emotionele momenten, waardoor er een unieke muziektheater ervaring ontstaat. De creativiteit en het vakmanschap van Vis à Vis schijnen door in elk aspect van de productie, van de indrukwekkende rekwisieten en special effects tot de sterke acteerprestaties en meeslepende muzikale begeleiding.

Auteur: Noa de Keijser
Foto: Marinus Vroom